Uw lokale apotheek

Welkom bij Apotheek Hoge Dennen Kerckebosch. Uw lokale apotheek. Makkelijk bereikbaar. Privacy vinden wij heel belangrijk. Weet dan ook dat u bij apotheek Hoge Dennen altijd gebruik kunt maken van de spreekkamer wanneer u met een van onze medewerkers wilt praten.

Voor al uw vragen staat ons team voor uw klaar!

Onze apotheken

Apotheek Hoge Dennen Kerckebosch heeft een nauw samenwerkingsverband met Apotheek de Clomp en de Utrechtsche apotheek.

Apotheek de Clomp. Naar apotheeksite.
Utrechtsche Apotheek. Naar apotheeksite.

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

hepatitis-B-vaccin

Hepatitis-B-vaccin bevat bestanddelen van hepatitis-B-virussen. Het beschermt tegen infecties met het hepatitis B-virus.

Het wordt gegeven als vaccinatie aan groepen mensen die meer kans hebben met het hepatitis-B-virus te worden besmet.

Het is ook een van de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Zie hiervoor de tekst Hepatitis-B-vaccin bij kinderen.

Wat doet hepatitis-B-vaccin en waarbij gebruik ik het?

Infecties met virussen

Hepatitis B is een leverontsteking veroorzaakt door een virus. Er bestaan verschillende soorten hepatitisvirussen. Ze worden met letters aangeduid: A, B en C. Hier gaat het om virustype B en de ziekte hepatitis B.

Hepatitis B
Een infectie met hepatitis B geeft niet bij iedereen klachten. De infectie kan ook zonder verschijnselen verlopen. Ongeveer 4 van de 10 mensen krijgen wel ziekteverschijnselen.

Verschijnselen van hepatitis B beginnen meestal met gebrek aan eetlust, algemeen ziektegevoel, vermoeidheid, misselijkheid en braken, buikklachten, koorts en gewrichtsklachten. Soms ontstaat na een paar dagen een gele verkleuring van de huid (geelzucht). Deze verkleuring wordt in een paar weken weer minder. De ziekteverschijnselen duren een paar weken tot maanden.

Sommige mensen worden daarna drager van de ziekte. Dan zijn de ziekteverschijnselen wel verdwenen, maar is het virus nog wel in het lichaam aanwezig en is men wel besmettelijk. Sommige mensen houden hun leven lang last van hun lever, omdat deze door de infectie beschadigd is geraakt.

Oorzaak
Hepatitis B is een besmettelijke ziekte. U kunt de ziekte krijgen door seksueel contact of door contact met bloed van een besmet persoon. Ook als deze persoon al lang geen verschijnselen meer heeft van de leverontsteking, kan hij nog wel besmettelijk zijn.

Ook kunt u deze ziekte oplopen doordat u zich prikt aan besmette voorwerpen. Of bij het zetten van tatoeages en piercings. En bij het scheren met een gebruikt mesje, bijvoorbeeld bij de kapper. Zwangere vrouwen die met het virus zijn besmet, kunnen hun kind tijdens de geboorte besmetten.

Hepatitis B voorkomen
Tegen deze ziekte kunt u worden gevaccineerd met een injectie.
Na injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen het virus. Als u dan in aanraking komt met levende virussen, kan uw lichaam deze effectief bestrijden. Meestal zijn er 3 vaccinaties nodig verspreid over een half jaar. Maar dit is afhankelijk van uw situatie. Na een volledige serie van drie vaccinaties beschermt het vaccin na 1-3 maanden tegen hepatitis-B. Soms moet u sneller immuun worden gemaakt. Dan krijgt u 4 inentingen: eerst 3 inentingen met steeds een maand ertussen. De vierde inenting krijgt u dan 6-12 maanden na de eerste inenting.

De bescherming houdt waarschijnlijk levenslang aan. Niet iedereen reageert op het vaccin, 9 op de 10 mensen zijn beschermd.

Neem daarom, ook als u bent gevaccineerd, de volgende maatregelen om een infectie met Hepatitis B te voorkomen.

  • Gebruik altijd een condoom bij het vrijen.
  • Raak geen naalden aan die door anderen gebruikt zijn. Bij de apotheek kunt u een naaldencontainer halen om naalden veilig weg te gooien. 
  • Gebruik nooit naalden of spuiten die door andere mensen gebruikt zijn.
  • Verblijft u langer dan drie maanden in het buitenland onder primitieve omstandigheden? Neem dan uw eigen steriele spuiten en naalden mee. Zo kunt u met steriele naalden en spuiten behandeld worden als dat nodig is. 
  • Voorkom contact met bloed van andere mensen. In Nederland worden bloedproducten en donormateriaal getest op aanwezigheid van hepatitis B. Mensen met een hoger risico op hepatitis B mogen geen bloed doneren. U hoeft in Nederland niet bang te zijn om via donorbloed hepatitis B op te lopen.
Lees meer over infecties met virussen . “

Vaccinaties

Vanaf 2011 worden alle baby’s met het hepatitis-B-vaccin gevaccineerd.  Dit is onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma. Zie voor meer informatie de tekst hepatitis-B-vaccin bij kinderen.

Verder wordt het hepatitis-B-vaccin ook gegeven aan mensen die extra risico op Hepatitis B lopen. Dat zijn:

  • mensen die door een verwonding in aanraking zijn gekomen met bloed dat besmet zou kunnen zijn;
  • mensen die veel risico lopen op contact met bloed, zoals artsen, tandartsen en verpleegkundigen;
  • mensen die orgaantransplantaties moeten ondergaan, vaak bloedtransfusies krijgen of medicijnen gebruiken die gemaakt zijn van bloed;
  • dialysepatienten;
  • mensen met veel wisselende seksuele contacten waarbij de kans groot is op besmetting;
  • mensen met een chronische leverziekte;
  • dragers van hepatitis C-virus, omdat zij meer kans hebben op infectie met hepatitis B;
  • verstandelijk gehandicapten in tehuizen, omdat zij kans hebben op bijtwonden;
  • mensen die samenleven met besmette personen of met mensen die een grote kans hebben op besmetting;
  • prostituees;
  • acupuncturisten, tatoeëerders en piercers;
  • gebruikers van intraveneuze drugs;
  • mensen die hebben gewoond in gebieden waar hepatitis-B heerst.

Apotheken, maar ook reisorganisaties, GGD’en, huisartsen en het Landelijk Centrum Reizigersinformatie (www.lcr.nl) kunnen u informeren over de landen waar hepatitis B vooral voorkomt.

Voor de reizigersvaccinaties kunt u terecht bij GGD’en huisartsen en ziekenhuizen met een reizigerszorg-afdeling.

Lees meer over vaccinaties . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Deze ontstaan vooral doordat uw afweersysteem denkt dat er een echte infectie is. De bijwerkingen zijn dus een signaal dat het vaccin aanslaat.

De meest voorkomende bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijn op de plaats van de injectie, gevoeligheid, jeuk, zwelling en roodheid en soms een harde of blauwe plek onder de huid

  • Vermoeidheid, hoofdpijn en prikkelbaarheid

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree, verminderde eetlust en buikpijn.

  • Griepachtige verschijnselen, zoals hoofdpijn, koorts, spierpijn, duizeligheid of slaperigheid.

    Deze verschijnselen houden meestal niet langer dan 1-2 dagen aan. Een enkele keer duren ze tot 2 weken.

  • Flauwvallen

    Meestal gebeurt dit vlak voor, tijdens of na de vaccinatie. Dit komt meestal doordat het zenuwstelsel gevoelig reageert op prikkels van buitenaf. Meld het in elk geval bij een volgende vaccinatie. Dan kunt u de volgende vaccinatie zittend of liggend krijgen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Overgevoeligheid. U kunt dat merken aan huiduitslag, galbulten of jeuk. In zeldzame gevallen ontstaat er koorts, benauwdheid, opgezwollen lippen, tong of gezicht, flauwvallen of een ernstige huidafwijking. Waarschuw dan meteen uw arts.

    In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit vaccin. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit vaccin niet opnieuw krijgt.

  • Oogontsteking

    Raadpleeg uw arts als u minder goed gaat zien, bij oogpijn of een rood oog.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik hepatitis-B-vaccin gebruiken met andere medicijnen?

Dit vaccin heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen hieronder verminderen de werking van het vaccin. Hierdoor bent u mogelijk onvoldoende beschermd. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal u extra controleren. Als het nodig is, krijgt u een tweede vaccinatie.

  • Medicijnen tegen kanker die het afweer onderdrukken, zoals dasatinib, imatinib en methotrexaat.
  • Bijnierschorshormonen, zoals betamethason, hydrocortison en prednisolon.
  • Afweeronderdrukkende medicijnen gebruikt bij onder andere reumatoïde artritis en na een orgaantransplantaties, zoals azathioprine, ciclosporine en tacrolimus.

Twijfelt u eraan of de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang zijn? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

U kunt dit vaccin veilig gebruiken tijdens de zwangerschap of als u borstvoeding geeft. Er is redelijk veel ervaring met gebruik van dit vaccin door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, zonder problemen voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
De arts of verpleegkundige geeft de injectie in de spier van de bovenarm of dijbeen.

Wanneer?
Houd er rekening mee dat de inenting pas na 1-3 maanden tegen de ziekte beschermt. Meestal heeft u 3 inentingen nodig, verspreid over ongeveer een half jaar.

  • Reizigers moeten zich minimaal een half jaar voorafgaand aan de reis laten inenten.
  • Mensen in risicovolle beroepen of die zelf risico lopen, krijgen meestal 3 opeenvolgende inentingen. De tweede een maand na de eerste en de derde vijf maanden daarna. De bescherming houdt dan waarschijnlijk levenslang aan. Wel is een controle nodig van de hoeveelheid antistoffen om dit zeker te weten.

Soms moet u sneller worden beschermd. U krijgt dan 3 inentingen met steeds 1 maand tussen de inentingen. U heeft daarna wel een vierde inenting nodig. Deze wordt vaak 6-12 maanden na de eerste inenting gegeven.

Heeft u hoge koorts op het moment van injectie, bijvoorbeeld door een infectie? Stel de vaccinatie dan indien mogelijk uit tot u weer beter bent. De koorts kan namelijk verergeren.